Financiële kennisbank
In de financiële kennisbank van Svea krijg jij de betekenis van financiële begrippen, woorden en termen uitgelegd.
Factoring
American Factoring is een zakelijke financieringsvorm op basis van cessie: het overdragen van een factuur op naam. Oftewel, als ondernemer verkoop je je facturen aan een factoringbedrijf en je ontvangt direct het factuurbedrag. Door de cessie neemt deze partij als nieuwe schuldeiser je plaats in en wacht de betaling van de opdrachtgever af. Veelal neemt zij ook het debiteurenbeheer & kredietrisico over.
De cashflowversneller van Svea is een eigen hybride factoring methode voor bedrijven. Verkoop je je zakelijke facturen als ondernemer aan ons? Dan krijg je ze direct betaald. Met onze snelle oplossing op maat heffen wij direct de beperkingen van de rekening-courant op. Zo is Svea dé cashflowversneller voor ondernemend NL.
American Factoring heet ook wel Discount Factoring. Hierbij verkoop je als MKB’er of ZZP’er 1 of meerdere nieuwe b2b-facturen aan een factoringbedrijf. Vervolgens ontvang je direct het factuurbedrag & wacht het factoringbedrijf op de betaling. Veelal mét overname debiteurenbeheer & kredietrisico.
E-factoring is factoring met e-facturen. Met e-factoring verkoop je als ondernemer e-facturen aan een factoringbedrijf. Vervolgens krijg jij je e-facturen veelal binnen 24 uur betaald en wacht het factoringbedrijf op de betaling van de klant.
Een factoraar is een bedrijf dat voorziet in factoring: een vorm van financiering op basis van debiteuren. De factoraar koopt je facturen en jij krijgt ze direct betaald. Dit verlaagt de betaaltermijn veelal naar 1 dag. Daarbij houdt de factoraar een klein percentage in als vergoeding. Vervolgens wacht zij op de betaling van de klant.
Factoring is een financieringsvorm op basis van debiteuren. Hierbij verkoop je je facturen aan een factoringbedrijf (American factoring) of je verpandt je facturen aan de bank (Traditionele factoring).
Bij American factoring krijgen MKB’ers & ZZP’ers facturen direct betaald. Hiervoor houdt het factoringbedrijf een klein percentage van het factuurbedrag in als vergoeding. Vervolgens wacht de factoraar op de betaling van de klant.
Bij Traditionele factoring krijgt het grootbedrijf een krediet op basis van 70-90% van de hele uitstaande debiteurenportefeuille. Hierbij bepaal je zelf wanneer je krediet opneemt. De overige 10-30% komt beschikbaar als de debiteur de facturen aan de factoraar betaalt. Voor Traditionele factoring betaal je verschillende provisies.
Een factoringbedrijf, ook wel factoringmaatschappij, is een onderneming die voorziet in American factoring: een zakelijke financiering op basis van debiteuren. Het factoringbedrijf koopt facturen van MKB’ers of ZZP’ers en betaalt deze direct uit. Daarbij houdt de factoraar een klein percentage van het factuurbedrag in als vergoeding en zij wacht de betaling van de klant rustig af. Afhankelijk van de aanbieder wordt ook het debiteurenbeheer en/of kredietrisico overgenomen.
Een factoringovereenkomst is een officieel en juridisch document, waarin de afspraken die zijn gemaakt met het factoringbedrijf zijn vastgelegd. Deze vormt de basis van de samenwerking en maakt de inhoud van de afgenomen dienst duidelijk.
Het factoringpercentage is het percentage dat je direct uitbetaald krijgt van de factuur, veelal tot 98%. Het restant bestaat uit de kosten (2% of meer) voor het factoren van de facturen. Deze worden ingehouden op het bedrag dat je direct ontvangt.
Verkoop je je facturen voor factoring? Dan plaats je een factoringtekst, ook wel cessietekst op de factuur. In deze tekst staat dat de factuur is overgedragen aan het factoringbedrijf en de opdrachtgever die nu aan hem dient te betalen met bijbehorend bankrekeningnummer. Verder verandert er niets op de factuur.
Inkoopgarantie met factoring biedt uitkomst voor groothandels, producenten en andere MKB’ers die groot moeten inkopen. Want daarmee geeft Svea de leverancier een garantie van betaling. Zo ben jij verzekerd van de opdracht. En is er geleverd aan de klant? Dan krijg jij de marge direct betaald. Svea wacht vervolgens op de betaling van je klant.
Bij non-recourse factoring neemt het factoringbedrijf standaard ook het kredietrisico over. Gaat de opdrachtgever dus failliet? Dan is je werkkapitaal beschermd, want je bent 100% verzekerd van je geld. Je hoeft dan niets terug te betalen aan de factoringmaatschappij.
Bij recourse factoring neemt het factoringbedrijf níet het kredietrisico over. Gaat de opdrachtgever tussentijds failliet en is de factuur nog niet voldaan? Dan moet je het voorgefinancierde bedrag terugbetalen aan de factoringmaatschappij.
Reverse Factoring is een omgekeerde factoringtechniek, waarbij je de door jou te betalen facturen verkoopt aan het factoringbedrijf. Zij betaalt de factuur aan de leverancier op een afgesproken moment, voor de vervaldatum. Zo beschikt hij sneller over zijn geld. Vervolgens betaal jij de factuur later terug aan de factoraar.
Traditionele Factoring is een financieringsvorm op basis van debiteuren. Hierbij verpand je als grootbedrijf je totale uitstaande debiteurenportefeuille aan een geldvertrekker, veelal een bank. Vervolgens krijg je een krediet op basis van 70-90% van de waarde van deze portefeuille en betalen klanten de facturen aan de geldverstrekker.
Facturatie
Een API (Application Programming Interface) is een set van regels en protocollen die door softwareapplicaties worden gebruikt om met elkaar te communiceren. API's dienen als een soort 'brug' tussen verschillende softwaretoepassingen, waardoor ze kunnen werken en gegevens kunnen delen zonder dat ze precies weten hoe de andere software werkt.
Deelfacturen zijn meerdere facturen voor 1 opdracht. Het totaalbedrag wordt zo in meerdere delen gefactureerd. Deze facturen moeten voldoen aan de wettelijke eisen. Denk aan vermelding van: een uniek factuurnummer, btw-bedragen en omschrijving dat het om een deelfactuur gaat.
Een depot is het in bewaring stellen van geld. Sommige factoringmaatschappijen hanteren depots. Zij betalen dan bijvoorbeeld direct 70-90% van het factuurbedrag uit. Het overige percentage houden zij in, totdat de opdrachtgever aan hen heeft betaald. Maar goed nieuws: bij Svea krijg je altijd direct 100% van je factuur betaald! Wel gaan de factoring kosten hier nog vanaf.
Digitale e-facturatie, of elektronische facturatie, is het proces van het verzenden en ontvangen van facturen in een elektronisch formaat. Deze vorm van facturatie maakt gebruik van digitale technologieën om het traditionele, vaak op papier gebaseerde, factureringsproces te vervangen.
Elektronische facturen heten ook wel e-facturen. Het zijn gestructureerde, digitale bestanden (géén pdf), waarin alle gegevens op een vaste plek staan en hun eigen betekenis hebben. Daardoor kunnen systemen de informatie direct uitlezen en automatisch verwerken. Je maakt e-facturen aan via administratie- of boekhoudsoftware.
Het facturatieproces is het proces van het maken, versturen & verwerken van meerdere facturen. Hoe sneller en slimmer je dit aanpakt, hoe eerder klanten facturen betalen.
Factuurvereisten zijn de wettelijk verplichte gegevens die je op de factuur moet plaatsen. Dit zijn: jouw naam en die van je afnemer, jouw adres en die van je afnemer, je btw-nummer, je kvk-nummer, de factuurdatum, het factuurnummer, welke en hoeveel goederen of diensten, de datum van levering, het bedrag exclusief btw, het btw-tarief & het btw-bedrag.
Een inkoopfactuur is een factuur die je ontvangt van een leverancier, als hij een product of dienst heeft geleverd. Jij moet het factuurbedrag vervolgens aan hem voldoen. Op de factuur staan alle producten en diensten die je afneemt en het bedrag dat je binnen welke termijn moet betalen.
Een inkoopnummer, ook wel PO-nummer is een nummer dat is gelinkt aan een product of betaling. Dit inkoopnummer staat op de factuur, zodat aankopen intern goed kunnen worden vastgelegd in de boekhouding.
Onverschuldigde betaling is het betalen van geld, overdragen van goederen of verlenen van diensten zonder rechtsgrond. Als onderneming betaal je bijvoorbeeld een bedrag aan een derde, terwijl dat niet voor hem bestemd is. De onderneming heeft dan het recht om dat specifieke bedrag terug te vorderen.
Soms komt het bij factoring voor dat de debiteur onverschuldigd betaalt aan jou als ondernemer, terwijl hij nu aan het factoringbedrijf moet betalen. Het factoringbedrijf kan het geld dan alsnog opeisen bij de debiteur, al zal zij in de praktijk vragen om het bedrag door te storten. Het is ook mogelijk dat de debiteur niet gefactorde facturen betaalt aan het factoringbedrijf. In die situatie stort de factoraar het bedrag terug aan de debiteur of door aan de bestemde ondernemer.
Een PO-nummer staat voor Purchase Order Number en wordt ook wel een inkoopnummer of inkoopordernummer genoemd. Dit is een nummer op de factuur dat is gelinkt aan een product of betaling. Op die manier kunnen aankopen intern goed worden vastgelegd in de boekhouding.
SFTP staat voor Secure File Transfer Protocol en is een protocol dat wordt gebruikt voor het veilig overbrengen van bestanden over het internet of lokale netwerken. Het maakt gebruik van SSH (Secure Shell) om een veilige verbinding tussen de twee punten te garanderen, waarbij alle data versleuteld is om onderschepping en manipulatie te voorkomen.
UBL staat voor Universal Business Language. Het is een open standaard die een algemene XML-gebaseerde opmaaktaal biedt waarmee bedrijven eenvoudig elektronische gegevens kunnen uitwisselen.
Een UBL-factuurbericht is een specifiek type document dat wordt gebruikt in e-facturatie. Dit bericht bevat alle informatie die normaal gesproken op een papieren factuur zou staan, zoals het factuurnummer, de datum, de details van de verkoper en de koper, de beschrijving en de prijs van de goederen of diensten, enzovoort.
Een urenlijst of urenstaat is een formulier waarop het aantal gewerkte uren per periode staat. Deze gebruik je als medewerker, projectmanager of ondernemer. Bijvoorbeeld als bevestiging voor de opdrachtgever, om uren te declareren en/of voor de Belastingdienst. Meestal is dit een overzicht van een week. Om een urenstaat te maken, kan een urenregistratiesysteem uitkomst bieden, zoals een app, urenregistratiesoftware of Excel.
Een urenstaat of urenlijst is een formulier waarop het aantal gewerkte uren per periode staat. Deze gebruik je als medewerker, projectmanager of ondernemer. Bijvoorbeeld als bevestiging voor de opdrachtgever, om uren te declareren bij je werkgever en/of voor de Belastingdienst. Meestal is dit een overzicht van een week. Om een urenstaat te maken kan je gebruikmaken van een urenregistratiesysteem, zoals een app, urenregistratiesoftware of Excel.
Een verjaringstermijn is de periode waarbinnen een factuur in recht afdwingbaar is. Is de termijn voorbij? Dan kan je geen aanspraak meer maken op deze vordering. Maar een verjaringstermijn kan in tegenstelling tot een vervaltermijn wel gestuit worden. Hiermee kan je vóór het einde van de verjaringstermijn via een brief laten weten dat je nog steeds aanspraak maakt op nakoming. De verjaringstermijn gaat dan opnieuw lopen. De algemene verjaringstermijn is 20 jaar.
Een verkoopfactuur is een factuur die je verstuurt naar de opdrachtgever, als het product of dienst aan hem is geleverd. De klant moet het factuurbedrag vervolgens aan jou voldoen. Op de factuur staan alle producten en diensten die de klant afneemt en het bedrag dat hij binnen welke termijn moet betalen.
De vervaldatum is de datum waarop de debiteur de factuur uiterlijk moet hebben betaald. De vervaldatum is de factuurdatum + de betalingstermijn van de factuur.
Een vervaltermijn is de periode waarbinnen de betaling van de factuur voldaan moet zijn door de debiteur (factuurontvanger) aan de crediteur (factuuruitgever). De vervaltermijn staat vaak op de factuur en hangt af van de betalingsafspraken en de wetgeving. Vaak is dit 14, 30 of 60 dagen. Is de vervaltermijn verstreken? Dan kan de crediteur verschillende acties ondernemen, zoals het sturen van herinneringen, aanmaningen of het inschakelen van een incassobureau. Om opvolgende juridische problemen te voorkomen, is het belangrijk om tijdig te betalen.
In een werkbon leg je het aantal gewerkte uren en de verwerkte hoeveelheid materialen met bijbehorende kosten vast. Na controle tekent de opdrachtgever de werkbon. Vaak vindt het vrijgeven van de betaling plaats op basis van geaccordeerde werkbonnen. Je kunt op basis van één of meerdere werkbonnen een factuur maken. Maak je gebruik van factoring? Dan voeg je werkbonnen als bijlage toe bij facturen.
Creditmanagement
Een aanmaning is een dwingend schriftelijk verzoek van de crediteur (schuldeiser) aan de debiteur (schuldenaar) om de nog openstaande factuur te voldoen. Je stuurt een aanmaning als de betalingstermijn van de factuur al langere tijd is verstreken en de factuur nog niet is voldaan.
Bij een betalingsachterstand is de betaling nog niet gedaan binnen de afgesproken betalingstermijn. Hierdoor is er een achterstand ontstaan in het voldoen van facturen bij de betreffende debiteur.
Een betalingsherinnering is een vriendelijk schriftelijk verzoek van de crediteur (schuldeiser) aan de debiteur (schuldenaar) om hem eraan te herinneren dat de eerder verzonden factuur nog openstaat. Je verstuurt een herinnering kort nadat de betalingstermijn van de factuur is verstreken.
Een betalingstermijn is de periode waarbinnen een verschuldigd bedrag betaald moet zijn. De wettelijke betalingstermijn voor bedrijven is maximaal 60 dagen. Grootbedrijven zijn daarentegen verplicht om binnen 30 dagen te betalen aan het MKB & ZZP. Is er geen betalingstermijn afgesproken? Dan geldt er standaard een betalingstermijn van 30 dagen.
Om bevrijdend te betalen moet een schuldenaar (debiteur) zijn verschuldigde bedrag voldoen aan de schuldeiser (crediteur) of aan degene die in plaats van de schuldeiser gemachtigd is om dit te ontvangen, zoals een factoringbedrijf of incassobureau. Als dat is gebeurd, is er sprake van bevrijdende betaling: de rekening is voldaan.
Financiers kunnen een boeterente geven als je een lening eerder wil aflossen dan de vooraf bepaalde termijn. Meestal mag je een vast percentage per jaar boetevrij aflossen. Los je meer of volledig af? Dan betaal je een boete. Deze boete bestaat uit een percentage over het deel dat je extra aflost of over de inkomsten die de financier misloopt. Boeterentes komen bijvoorbeeld ter sprake bij het eerder aflossen of oversluiten van een hypotheek of zakelijke lening.
Sommige factoringmaatschappijen hanteren ook een percentage aan boeterente als de debiteur later betaalt dan de eerder afgesproken betalingstermijn. Zo dekken zij de te maken kosten voor het debiteurenbeheer. Weet dat Svea géén boeterentes of andere verborgen factoring kosten rekent.
De Cash Conversion Cycle (CCC) is een meeteenheid die het aantal dagen uitdrukt dat een bedrijf nodig heeft om zijn investeringen in voorraad en andere middelen om te zetten in cashflow. Dit geeft jezelf en financiële partijen inzicht in de operationele efficiëntie, het liquiditeitsrisico en de hele financiële gezondheid. De Cash Conversion Cycle berekenen kan met de volgende formule:
CCC = DSO + DIO – DPO
Hierbij is DSO het gemiddeld aantal dagen dat je moet wachten totdat een klant de factuur betaalt, DIO het gemiddeld aantal dagen om voorraad te verkopen en DPO het gemiddeld aantal dagen om leveranciers te betalen.
Cashmanagement bestaat uit alle activiteiten om de geld-, betalings- & financiële stromen in een organisatie in te richten en te optimaliseren. Het gaat hierbij om de stromen tussen het bedrijf, de bank en derden, maar ook de stromen tussen de zelfstandige onderdelen in een organisatie. Cashmanagement is ook wel de financiële logistiek van een bedrijf.
De concentratiegraad is een maatstaf voor de mate van aanbieders in een markt met hun marktaandeel. Maar het kan ook gaan om de concentratiegraad van debiteuren: over hoeveel klanten zijn opdrachten verdeeld en in welke mate is het geld dat je daarvoor ontvangt over hen verspreid? Want ontvang je vooral grote betalingen van een klein groepje klanten? Dan heb je een hoge concentratiegraad en zijn de gevolgen van een faillissement ook groter.
Het concentratierisico is het risico dat je loopt als de inkomsten onvoldoende verspreid zijn over meerdere klanten. Oftewel: bij een hoog concentratierisico is een te groot deel van de opdrachten & inkomsten geconcentreerd, waardoor de gevolgen groter zijn als een klant failliet gaat. Bij een laag concentratierisico zijn de opdrachten & inkomsten ruim verspreid, waardoor de gevolgen kleiner zijn als een klant failliet gaat.
Goed om te weten: Traditionele factoraars hanteren vaak een maximum concentratiegraad van bijv. 25% van het uitstaande saldo. Svea hanteert als American factoraar geen maximum, zolang de opdrachtgever maar kredietwaardig is.
Een creditcheck, ook wel kredietwaardigheidsonderzoek, controleert de financiële status en kredietwaardigheid van een bedrijf, zoals een (potentiële) klant. Op basis hiervan kan jij het kredietrisico inschatten en bepalen of je zaken wil doen. Wil je gebruikmaken van factoring? Dan doet de factoringmaatschappij ook een creditcheck op je klanten. Deze bepaalt of en voor welk maximaal bedrag zij de facturen van de klant koopt.
Een crediteur is een persoon, bedrijf of instelling waarvan je een factuur ontvangt die jij nog moet betalen voor een geleverde dienst of opdracht. Crediteuren zijn ook wel leveranciers. Op de balans staan jouw crediteuren bij de passiva: schulden. Aan de andere kant van de balans staat de debiteur: een klant die jou nog moet betalen.
Creditmanagement is het beheren en beperken van kredietrisico’s voor je bedrijf om de cashflow te verbeteren.
Het creditmanagement proces is het proces dat je doorloopt om het kredietrisico voor je bedrijf te verkleinen en de cashflow te optimaliseren. Het creditmanagement proces bestaat uit 3 onderdelen:
-
Kredietanalyse: het signaleren, beoordelen en indammen van kredietrisico’s bij de start.
-
Debiteurenbeheer: alle activiteiten die zorgen dat klanten de openstaande factuur betalen.
-
Incasso: het innen van facturen via een derde.
Creditmanagementsoftware (ook wel debiteurenbeheer software) is een online tool om het debiteurenbeheer te stroomlijnen. Het helpt om betalingsherinneringen te sturen en issues te volgen. Zo’n systeem kan acties, zoals facturen genereren en reminders versturen automatisch uitzetten.
De creditmanager voert het creditmanagement proces uit om het kredietrisico van een bedrijf te beperken. Vaak doen controllers & debiteurenbeheerders dit met (krediet)analyses, het debiteurenbeheer en incasso. Denk bijvoorbeeld aan creditchecks, het versturen van herinneringen, aanmaningen & ingebrekestellingen, en eventuele uitbesteding aan een derde voor incasso.
Een debiteur is een persoon, bedrijf of instelling die je een factuur stuurt die hij nog moet betalen voor de geleverde dienst of opdracht. Debiteuren zijn ook wel klanten en opdrachtgevers. Op de balans staan de debiteuren bij de activa. Aan de andere kant van de balans staat de crediteur: een leverancier aan wie je nog moet betalen.
Het debiteurenbeheer bestaat uit alle activiteiten die een ondernemer uitvoert om te zorgen dat klanten openstaande facturen (op tijd) betalen. Denk daarbij aan het maken van betalingsherinneringen, nabellen van klanten en versturen van aanmaningen.
De debiteurenportefeuille is een overzicht van alle debiteuren met hun openstaande schulden. Dit geeft een overzicht van het betaalgedrag en mogelijke risico’s voor je bedrijf. Is de schuld van een debiteur afgelost? Dan verdwijnt hij uit de portefeuille.
Het debiteurenrisico, ook wel kredietrisico, is het risico van een (investerings)verlies dat je als ondernemer hebt als de klant zijn betaling niet (meer) kan voldoen. Je loopt bijvoorbeeld kredietrisico bij: fraude, faillissement of ontevredenheid over een product of service.
Het debiteurensaldo is het totale openstaande bedrag bij een betreffende klant. Bij een bank of financier is het debiteurensaldo het totaal aan krediet of (voor)financiering dat is verstrekt en nog niet terugbetaald is.
Een debiteurenverzekering, ook wel kredietverzekering, is een verzekering die het risico afdekt als klanten facturen niet betalen. Blijft een betaling uit? Dan vergoedt de verzekeringsmaatschappij het bedrag. Wel betaal je hiervoor een premie over de omzet.
Veel factoringbedrijven nemen met de aankoop van facturen ook het kredietrisico over. Zo ben je met factoring dus ook 100% kredietverzekerd. Dit kunnen factoringbedrijven doen, doordat zij juridisch eigenaar worden van de facturen die zij overnemen. Zo is werkkapitaal volledig beschermd bij wanbetaling of faillissement van de klant, zonder dat je een extra verzekering hoeft af te sluiten.
Een direct payment, ook wel instant payment, is een bankoverboeking in euro, waarbij het geldbedrag in een paar seconden op de rekening van de ontvanger staat. Dit kan 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Ook als de bankrekening van de ontvanger anders is dan die van jou.
Een dispuut is een geschil over een factuur, waardoor deze niet wordt betaald. Dit is onderdeel van het debiteurenbeheer en gaat bijvoorbeeld om de levering van het verkeerde product, een klacht over een product of dienst, of een fout in de factuur.
Een ingebrekestelling is het strengste schriftelijke verzoek van de crediteur (schuldeiser) aan de debiteur (schuldenaar) om de nog openstaande factuur te voldoen. Je stuurt een ingebrekestelling als de betalingstermijn al langere tijd is verstreken en nadat er een herinnering en aanmaning is verstuurd. Met een ingebrekestelling geef je de debiteur de laatste kans om te betalen, voordat er verdere acties komen, bijvoorbeeld het inschakelen van een advocaat.
Een instant payment, ook wel direct payment, is een bankoverboeking in euro, waarbij het geldbedrag in een paar seconden op de rekening van de ontvanger staat. Dit kan 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Ook als de bank van de ontvanger anders is dan die van jou.
Een kredietadvies is een advies of een bedrijf in aanmerking komt voor een krediet en zo ja, voor welk krediet. Ook Svea geeft ondernemers kredietadvies over hun debiteuren als zij factoring overwegen. Hierbij wordt onder andere met creditchecks gekeken naar de kredietwaardigheid van deze debiteuren. Op basis hiervan geven wij advies dat bestaat uit: de mate van het risico, het advies om wel of geen zaken te doen met de klant & tips om het kredietrisico te verlagen.
Een kredietanalyse is een rapport dat kredietrisico’s bij (de start van) een samenwerking signaleert, beoordeelt en indamt. Financiers gebruiken dit bij de acceptatie of afwijzing van een lening. Denk aan:
-
Het checken van de onderneming met bijvoorbeeld jaarcijfers, rekeningafschriften, bewijs van inkomen, etc.
-
Beoordeling van de kredietwaardigheid van je klanten met creditchecks.
-
Het vaststellen van een kredietlimiet (het max. openstaand bedrag per opdrachtgever).
Een kredietcheck, ook wel creditcheck, controleert de financiële status en kredietwaardigheid van een bedrijf, zoals een (potentiële) klant. Deze schat het kredietrisico in en helpt te bepalen of je zaken wil doen. Wil je gebruikmaken van factoring? Dan doet de factoringmaatschappij ook een kredietcheck op klanten. Deze bepaalt of en voor welk maximaal bedrag zij de facturen van klanten koopt.
Bij een doorlopend krediet is de kredietlimiet het maximaal op te nemen bedrag op de rekening-courant. Bij factoring is de kredietlimiet het maximaal openstaande bedrag per debiteur. Staat dit bedrag volledig open? Dan kan het factoringbedrijf geen facturen op die klant aankopen voor factoring, totdat hij zijn openstaande post(en) heeft voldaan.
Het kredietrisico, ook wel debiteurenrisico, is het risico van een (investerings)verlies als de klant zijn betaling niet kan voldoen. Je loopt bijvoorbeeld kredietrisico bij: fraude, faillissement of ontevredenheid over een product of service.
Een kredietverzekering, ook wel debiteurenverzekering, is een verzekering die het risico afdekt als klanten facturen niet betalen. Blijft een betaling uit? Dan vergoedt de verzekeringsmaatschappij het bedrag. Wel betaal je hiervoor een premie over de omzet.
Veel factoringbedrijven nemen met de aankoop van facturen ook het kredietrisico over. Zo ben je met factoring dus ook 100% kredietverzekerd. Dit kunnen factoringbedrijven doen, doordat zij juridisch eigenaar worden van de facturen die zij kopen. Zo is je werkkapitaal volledig beschermd bij wanbetaling of faillissement van de klant, zonder dat je een extra verzekering hoeft af te sluiten.
Kredietwaardigheid is de mate waarin een bedrijf of de staat financieel sterk genoeg is om aan zijn betalingsverplichting te voldoen. Is de partij waar jij mee in zee gaat kredietwaardig? Dan is de kans groot dat hij facturen (op tijd) betaalt. Je kunt de kredietwaardigheid meten met een kredietwaardigheidsonderzoek, ook wel creditcheck. De mate van kredietwaardigheid wordt daarin uitgedrukt met de letters A, B, C & D. AAA staat zelfs voor zeer kredietwaardig.
Een kredietwaardigheidsonderzoek, ook wel creditcheck, controleert de financiële status en kredietwaardigheid van een bedrijf, zoals een (potentiële) klant. Op basis hiervan kan je het kredietrisico inschatten en bepalen of je zaken wil doen. De mate van kredietwaardigheid wordt uitgedrukt met de letters A, B, C & D. AAA staat zelfs voor zeer kredietwaardig. Wil je gebruikmaken van factoring? Dan doet de factoringmaatschappij een kredietwaardigheidsonderzoek op je klanten. Dit bepaalt of en voor welk maximaal bedrag zij de facturen van deze klanten kan kopen.
Het order-to-cash process omvat alle stappen in een bedrijf vanaf de plaatsing van een order tot en met het verwerken van de betaling. Denk aan: orderverwerking, voorraad/beschikbaarheid, verzending & levering, facturering, betaling, creditmanagement en rapportage. Het doel is een vlot proces en snelle betaling. Een goed order-to-cash process begint dus al bij: met wie ga je zaken doen en wat zijn de voorwaarden? Tot het professioneel uitwerken van het creditmanagement proces.
De wettelijke betalingstermijn voor bedrijven is maximaal 60 dagen. Grootbedrijven zijn daarentegen verplicht om binnen 30 dagen te betalen aan het mkb & zzp. Is er geen betalingstermijn afgesproken? Dan geldt er standaard een betalingstermijn van 30 dagen.
Verpanding & cessie
De akte van cessie is een overeenkomst waarin schriftelijk is vastgelegd dat je jouw vorderingen overdraagt. In een akte van cessie staan in ieder geval: de gegevens van koper & verkoper, de prijs & de plicht om de cessie mede te delen aan de debiteur. Zowel koper als verkoper moeten de akte van cessie ondertekenen.
Bij bezitloos pandrecht, ook wel stil pandrecht, hoef je de verpanding van je facturen niet mede te delen aan je klant. Wel moet de bank de verpanding daarvoor registreren bij de Belastingdienst.
Een cedent is degene die een vordering overdraagt. Degene die een vordering overneemt is een cessionaris.
De betekenis van cederen, ook wel cessie, is het overdragen van een vordering op naam. Oftewel: je verkoopt een factuur voor een klant aan een derde partij. Denk aan een factoringbedrijf of incassobureau. Door de cessie wordt deze partij de nieuwe schuldeiser in plaats van jij.
Verkoop je je facturen voor factoring? Dan plaats je een cessietekst, ook wel factoringtekst op de factuur. In deze tekst staat dat de factuur is overgedragen aan het factoringbedrijf en de opdrachtgever die nu aan hem dient te betalen met bijbehorend bankrekeningnummer. Verder verandert er niets aan de factuur.
Naast het pandrecht van banken, kunnen sommige opdrachtgevers ook een cessieverbod, oftewel verpandingsverbod hanteren. Hiermee verbieden zij het contractueel om facturen te verpanden of te cederen aan een derde partij. In die situatie kan je facturen dus niet gebruiken als onderpand om te lenen of om te verkopen voor factoring. Financiers zullen dan minder of géén financiering aan je verstrekken.
Wil je gebruikmaken van factoring via Svea, maar hanteert je opdrachtgever een cessieverbod? Soms kunnen wij dit verbod stoppen. Schakel met Svea voor de mogelijkheden.
Een cessionaris is degene die de vordering overneemt. Degene die de vordering overdraagt is een cedent.
De cessus is de debiteur die de overgedragen vordering moet voldoen.
De debitor cessus is de debiteur die de overgedragen vordering moet voldoen.
Een onderpand, ook wel waarborg, is een zekerheid die je afgeeft in de vorm van rechten, goederen of geld. Vaak komt dit voor bij een lening. De geldgever kan op deze manier het onderpand opeisen wanneer de lener zijn verplichtingen niet nakomt. Denk aan (on)roerende goederen of vorderingen. Bij verpanding stel je je facturen als onderpand voor de lening. Bij cessie hoef je je facturen niet als onderpand te geven.
Bij openbaar pandrecht, ook wel vuistpandrecht, deel je de verpanding van je facturen vooraf mede aan je klant. Vaak gebeurt dit met een brief. Jouw klant mag dan alleen aan de derde partij, zoals een bank, betalen.
Bij openbare cessie laat je de overdracht van je facturen vooraf weten aan de debiteur. Dit doe je met een cessietekst op de factuur. Hierin staat dat de factuur is overgedragen aan een derde partij (zoals een factoraar of incassobureau) en de debiteur alleen aan deze partij mag betalen.
Bij verpanding wordt een pandrecht gevestigd op een goed (onderpand). Een pandrecht is een zekerheidsrecht, waarmee de schuldeiser zich met voorrang en zonder rechter mag verhalen op het onderpand. Dit heet ook wel parate executie en geeft de schuldeiser meer zekerheid dat hij zijn geld ontvangt. Het onderpand kan bijvoorbeeld bestaan uit (on)roerende goederen of vorderingen.
Bij parate executie mag een schuldeiser zich met voorrang en zonder rechter verhalen op het onderpand. Een onderpand, ook wel waarborg, is een zekerheid dat je geeft in de vorm van rechten, goederen of geld. Denk aan (on)roerende goederen of vorderingen.
Bij stil pandrecht, ook wel bezitloos pandrecht, hoef je de verpanding van je facturen niet mede te delen aan je klant. Wel moet de bank de verpanding daarvoor registreren bij de Belastingdienst.
Bij stille cessie hoef je de cessie van je facturen niet mede te delen aan je klanten. Wel moet de akte van cessie dan geregistreerd worden bij de Belastingdienst. Ook mag de klant nog blijven betalen aan de oorspronkelijke schuldeiser, totdat hij weet van de cessie. Vanaf dat moment dient hij aan de nieuwe schuldeiser te betalen.
De betekenis van verpanden, ook wel verpanding, is het vestigen van een pandrecht op een goed. Het pandrecht is een zekerheidsrecht, waarmee de schuldeiser zich met voorrang en zonder rechter mag verhalen op het onderpand. Zo heeft de schuldeiser, zoals een bank, meer zekerheid dat hij zijn geld ontvangt. Het onderpand kan bijvoorbeeld bestaan uit (on)roerende goederen of vorderingen.
Naast het pandrecht van banken, kunnen grote klanten een verpandingsverbod, ook wel cessieverbod hanteren. Hiermee verbieden zij het contractueel om facturen te verpanden of te cederen aan een derde partij. In die situatie kan je facturen dus niet gebruiken als onderpand om te lenen of om te verkopen voor factoring. Financiers zullen dan minder of géén financiering aan je verstrekken.
Wil je gebruikmaken van factoring via Svea, maar hanteert je opdrachtgever een verpandingsverbod? Soms kunnen wij dit verbod stoppen. Schakel met Svea voor de mogelijkheden.
Bij vuistpandrecht, ook wel openbaar pandrecht, deel je de verpanding van je facturen vooraf mede aan je klant. Vaak gebeurt dit met een brief. Jouw klant mag dan alleen aan de derde partij, zoals een bank, betalen.
Financiering
Bij een achtergestelde lening is de financier die de lening verstrekt bij een faillissement achtergesteld op de andere schuldeisers. In die situatie hoef je de financier pas als een van de laatste partijen terug te betalen, maar wel vóór de obligatie- & aandeelhouders. De kans is dus groot dat de financier dan weinig tot niets terugziet van zijn geld. Hierdoor is de rente hoger, maar zijn er minder voorwaarden.
Alternatieve financiering, ook wel non-bancaire financiering, bestaat uit financieringsvormen die je afneemt zonder tussenkomst van de bank. Denk hierbij aan lease, crowdfunding, microkrediet & American factoring. Een lening van de bank is dus géén alternatieve financiering.
Asset based finance, ook wel objectfinanciering, is financiering op basis van een onderpand (asset). Voorbeelden van asset based financieringsvormen zijn factoring & lease, waarbij debiteuren (facturen) & machines als onderpand dienen. Hierbij geldt: hoe beter het onderpand, hoe beter de financieringsvoorwaarden.
Een bankkrediet is een lening bij de bank. Zij stelt tot een bepaald bedrag geld beschikbaar (de kredietlimiet). Dit bedrag moet op termijn terugbetaald worden met rente.
Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) is een uitkering die zelfstandig ondernemers soms kunnen aanvragen. Dit doe je als je (tijdelijk) in financiële problemen komt, waardoor het voortbestaan van je onderneming bedreigd wordt. Afhankelijk van je eigen vermogen is dit vaak een lening of een gift waarmee je kunt investeren in je onderneming. Je kunt het Bbz aanvragen bij je gemeente en zij bepaalt of je het krijgt.
Een bedrijfskrediet, ook wel zakelijk krediet, is een extra geldbedrag dat de bank beschikbaar stelt om zakelijke uitgaven te financieren. Je kunt er tot de limiet geld van opnemen als je dat nodig hebt. Daarbij bepaal je zelf wanneer en hoeveel je opneemt. Het bedrag dat je opneemt betaal je later terug met rente.
Bevoorschotting, ook wel factoring, is een financieringsvorm waarbij een financier, zoals een bank of factoringbedrijf het bedrag van jouw debiteurenfacturen voorschiet. Vervolgens beschik je daardoor direct over het geld van deze facturen. En betaalt de opdrachtgever het bedrag van de factuur aan de financier. Het kostencomponent is een percentage van de waarde van de factuur of gehele portefeuille. Dit is afhankelijk van het soort bevoorschotting: American of Traditionele factoring.
Bij de BMKB-G is de Borgstelling MKB Kredieten verruimd met een groen luik voor mkb’ers met max. 250 medewerkers. Dit om financieringsopties voor duurzaamheidsinvesteringen groter te maken voor het MKB. Met de BMKB-G vergroot je het onderpand om geld te lenen. Want het ministerie van Economische Zaken en Klimaat staat grotendeels garant voor de financiering. Zo kan je meer geld lenen. Je kunt tot een bepaald percentage van het bedrag financieren. De huidige voorwaarden vind je bij de Rijksoverheid.
De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) vergroot het onderpand om geld te lenen. Want het ministerie van Economische Zaken en Klimaat staat grotendeels garant voor bedrijven die de financier niet genoeg zekerheid kunnen bieden. Je kunt tot een bepaald percentage van het bedrag financieren. De huidige voorwaarden vind je bij de Rijksoverheid.
Bootstrapping is zonder externe financiering een bedrijf starten of investeren. In plaats daarvan zoek je juist naar gratis oplossingen, zoals het besparen van zakelijke & persoonlijke kosten en/of het benutten van eigen bronnen. Je onderneemt dus door grip te houden op je eigen financiën en ‘te roeien met de riemen die je hebt’.
Je moet soms btw voorfinancieren als je aan het einde van het kwartaal factureert en de facturen bij de aangifte nog niet zijn betaald. Want jij moet wel binnen een maand na afloop van het kwartaal de btw betalen aan de Belastingdienst. Dit kan met voldoende eigen middelen of door gebruik te maken van factoring, waarmee jouw werkkapitaal direct beschikbaar komt.
De betekenis van BKR is Bureau Krediet Registratie. Deze Stichting verzamelt & beheert kredietgegevens van personen in Nederland. Kredietaanbieders zijn verplicht hier kredieten boven de €250 die langer dan 1 maand lopen te melden. Denk aan een doorlopend krediet, zakelijke lening met persoonlijke aansprakelijkheid, maar ook een leaseauto en telefoonabonnement. Ook houden ze bij of je op tijd aflost en rente betaalt. Wil je een (extra) krediet afsluiten? Dan wordt vooraf nagegaan of je de nieuwe lening wel kunt betalen aan de hand van deze database.
Een business angel, ook wel informal investor, stopt zakelijk geld in een project of bedrijf waarin hij gelooft, in ruil voor aandelen in jouw bedrijf. Een business angel is zelf ook ondernemer of is dat geweest. Hij levert naast het geld ook een bijdrage met kennis en zijn eigen netwerk. Vaak investeert een business angel €50.000 tot €750.000 euro in een bedrijf. Starters passen deze financieringsvorm vaak toe.
Een converteerbare lening is een lening die omzetbaar is in aandelen of certificaten daarvan. Pas aan het einde van de looptijd of bij ingrijpende gebeurtenissen tussentijds los je af in aandelen of wordt het een reguliere lening. Denk aan momenten als: het niet nakomen van afspraken, faillissement of belangrijke personeelswijzigingen. Door het uitstel van aflossing is deze lening erg interessant voor starters. De looptijd van een converteerbare lening is 2 tot 5 jaar.
Bij crowdfunding brengt een breed publiek (de crowd) geld bij elkaar (de funding). Dit kan op verschillende manieren:
-
Financiers doneren geld in ruil voor een beloning - veel gebruikt door starters.
-
Investeerders kopen aandelen in je bedrijf - veel gebruikt door ondernemers in de groeifase.
-
Investeerders verstrekken een lening tegen rente - veel gebruikt door bestaande ondernemers.
-
Donateurs geven gratis geld voor liefdadigheid - veel gebruikt door maatschappelijke doelen.
Debiteurenfinanciering is een vorm van financieren op basis van (openstaande) facturen. Dit kan via American Factoring of Traditionele Factoring. Je verkoopt of verpandt je facturen aan een derde partij en krijgt het geld direct betaald. Vervolgens wacht zij op de betaling van de klant. Dit verlaagt betalingstermijnen naar 1 dag en zo beschik je direct over je werkkapitaal.
Direct lending is een lening die niet van de bank afkomstig is, maar bij een non-bancaire financier. Vaak komt het geld van institutionele beleggers en andere vermogenden die willen investeren in middelgrote bedrijven. Banken werden na de financiële crisis in 2008 veel strenger bij het uitgeven van leningen. Direct lenders zijn in het gat van vraag & aanbod gesprongen dat hierdoor ontstond.
Een doorlopend krediet is een flexibele manier van geld lenen. Het heet daarom ook wel een flexibel krediet. Je krijgt een kredietlimiet: het maximale bedrag dat je kunt lenen en bepaalt vervolgens zelf wanneer je hoeveel krediet opneemt. Hierbij los je maandelijks een gedeelte af en je betaalt alleen rente over het deel dat je opneemt. Deze rente is variabel en er is geen vaste looptijd. Je kunt afgeloste bedragen ook opnieuw opnemen, maar hieraan zit wel een maximum.
Factuurfinanciering is een financiering op basis van zakelijke vorderingen. Hierbij zijn twee mogelijkheden:
-
American Factoring: hierbij verkoop je (een deel van) je facturen aan een factoraar en krijg je het geld direct betaald. Vervolgens wacht zij op de betaling van jouw klant. Deze partijen nemen veelal ook het kredietrisico en debiteurenbeheer over.
-
Traditionele Factoring: hierbij verpand je alle facturen aan een bank. Vervolgens krijg je een krediet op basis van 70-90% van de waarde van deze debiteurenportefeuille en betalen jouw klanten de facturen aan de geldverstrekker. Daarbij blijf je zelf verantwoordelijk voor het debiteurenbeheer en draag je zelf het kredietrisico.
Een financieringsmix is een combinatie van meerdere financieringsvormen om zo de hele behoefte te vervullen. Dit heet ook wel stapelfinanciering. Hierbij zijn tal van combinaties mogelijk van zowel bancaire als non-bancaire financieringsvormen. Denk bijvoorbeeld aan een combinatie van een krediet, lease & factoring.
Een flexibel krediet, ook wel doorlopend krediet, is een variabele manier van geld lenen zonder vaste looptijd. Je krijgt een kredietlimiet: het maximale bedrag dat je kunt lenen en bepaalt vervolgens zelf wanneer je hoeveel krediet opneemt. Hierbij los je maandelijks een gedeelte af en je betaalt alleen rente over het deel dat je opneemt. Deze rente is variabel. Je kunt afgeloste bedragen ook opnieuw opnemen, maar hieraan zit wel een maximum.
Een flitskrediet, ook wel minilening, is een lening van een laag bedrag met een korte looptijd. Vaak bedraagt dit krediet enkele tientallen tot honderden euro’s. Je ontvangt het geld binnen 1 dag en de looptijd is maximaal 3 maanden.
De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een regeling voor (middel)grote bedrijven die lastig een banklening of -garantie kunnen krijgen. De overheid geeft hiermee 50% garantie aan banken op leningen en verkleint daarmee hun risico. Leningen tot maximaal €150 miljoen komen hiervoor in aanmerking.
Groeifinanciering is een bedrijfsfinanciering die als doel heeft om een onderneming te laten groeien. Voorbeelden van groeifinancieringen zijn een zakelijke lening, crowdfunding & factoring.
Een herfinanciering is het vervangen van je huidige lening voor een nieuwe lening. Vaak doe je dit als jouw situatie wijzigt of wanneer je betere voorwaarden kunt afdwingen. Vaak is er sprake van herfinanciering bij een hypothecaire lening, als de hypotheekrente een stuk lager ligt. Maar je kunt ook herfinancieren om de financieringsstructuur van je bedrijf te verbeteren. Bijvoorbeeld als de financiering niet meer past of je bedrijf inmiddels in een andere fase zit.
Een informal investor, ook wel business angel, investeert geld in een project of bedrijf waarin hij gelooft, in ruil voor aandelen in jouw bedrijf. Een informal investor is zelf ook ondernemer of is dat geweest. Daardoor levert hij een bijdrage met kennis en zijn eigen netwerk. Vaak investeert een informal investor €50.000 tot €750.000 euro in een bedrijf. Deze financieringsvorm is vooral interessant voor starters.
Inkoopfinanciering is een krediet om producten voor je bedrijf in te kopen. Inkoopfinanciering komt in beeld als jouw leverancier geen leverancierskrediet wil afgeven en/of je zelf onvoldoende middelen hebt om het geld voor te financieren. Dankzij inkoopfinanciering kan je bovendien profiteren van inkoopvoordelen. Wist je dat Inkoopgarantie met factoring via Svea een alternatief is voor inkoopfinanciering? Hiermee sluit je geen krediet af, maar krijgt de opdrachtgever een garantie van betaling van ons.
Een investeringsmaatschappij is een organisatie met kapitaal, die op zoek is naar rendement. Zij investeert in bedrijven door aandelen of certificaten daarvan te kopen. De investeringsmaatschappij krijgt daarvoor ook zeggenschap in het bedrijf. Zij kunnen zo startups, scale-ups, gevestigde bedrijven en veelbelovende bedrijven helpen groeien.
Ketenfinanciering, ook wel supply chain finance, is een verzamelnaam van allerlei financieringen tussen ondernemingen in de keten. Het doel is het verbeteren van de financiële positie van alle bedrijven in de keten, kostenverlaging, spreiding van risico’s en het creëren van waarde.
Kredietruimte is de ruimte om krediet op te nemen als particulier of bedrijf. Het is de mogelijkheid om rood te staan bij de bank tot de kredietlimiet: het maximaal op te nemen bedrag. Binnen de kredietruimte kan je vrij opnemen en aflossen. De ruimte is afhankelijk van je inkomen & vermogen.
De Kredietunie is een coöperatie van MKB’ers die via een gezamenlijke kas geld beschikbaar stelt. Hieruit kan je als bestaande MKB’er €50.000 tot €250.000 lenen. De geldverstrekkende leden bieden daarnaast vaak coaching. Er wordt bij de acceptatie vooral gekeken naar de resultaten van de ondernemer en kansen.
Lease is een financieringsvorm waarbij je de investering in termijnen betaalt. Zo houd je werkkapitaal in je bedrijf. Lease is geschikt voor de aanschaf van diverse bedrijfsmiddelen, zoals een auto, machine of computer. Er zijn 4 vormen van lease:
-
Financial lease: als het ware een lening. Je bent eigenaar en betaalt in termijnen terug.
-
Operational lease: de leasemaatschappij blijft eigenaar en jij huurt van hem.
-
Private lease: Vaak auto’s. De leasemaatschappij blijft eigenaar. Jij huurt van hem, maar betaalt ook onderdelen zelf.
-
Sale & lease back: je verkoopt je eigen object aan een leasemaatschappij en betaalt het in termijnen terug. Aan het einde van de leaseperiode is het object weer jouw eigendom.
Bij een leverancierskrediet krijg je de goederen eerst geleverd en hoef je de leverancier daarna pas te betalen. Je stelt de betaling dus even uit. Leverancierskrediet biedt uitkomst als je zelf onvoldoende middelen hebt om de levering voor te financieren. Inkoopgarantie met factoring is een alternatief als je leverancier geen leverancierskrediet wil afgeven. Daarmee krijgt je leverancier garantie van betaling door Svea. Hierdoor is zij soms wel bereid om op krediet te leveren.
Microkredieten zijn ontstaan om mensen in ontwikkelingslanden de kans te geven een eigen bedrijfje te starten door een kleine bijdrage te verstrekken. In Nederland deed microkrediet in 2008 zijn intrede als kleine lening van maximaal €50.000, waarmee je als ZZP’er of MKB’er kunt starten, uitbreiden of overnemen. Ben je sociale ondernemer? Dan kan je een microkrediet krijgen tegen gunstigere voorwaarden.
Een minilening, ook wel flitskrediet, is een lening van een laag bedrag met een korte looptijd. Vaak bedraagt dit krediet enkele tientallen tot honderden euro’s. Je ontvangt het geld binnen 1 dag en de looptijd is maximaal 3 maanden.
Een MKB Beurs is een platform waarop beleggers kunnen investeren in MKB-bedrijven. Want hierop geven bedrijven vanaf €1 miljoen aandelen en obligatieleningen uit. Het gaat vooral om bedrijven die groeien en extra kapitaal nodig hebben. NPEX is de grootste MKB Beurs in Nederland.
Een MKB-krediet is een extra geldbedrag dat de bank beschikbaar stelt als lening om zakelijke uitgaven te financieren. Startende en bestaande ondernemers tot 250 medewerkers kunnen hiervan gebruikmaken. De looptijd van dit MKB-krediet is 1 tot 10 jaar en je betaalt elke maand een deel van de lening terug met rente.
Non-bancaire financiering, ook wel alternatieve financiering, bestaat uit financieringsvormen die je afneemt zonder tussenkomst van de bank. Denk hierbij aan lease, crowdfunding, microkrediet & American factoring.
Objectfinanciering, ook wel asset based finance, is financiering op basis van een onderpand (asset). Voorbeelden van objectfinanciering zijn factoring & lease, waarbij debiteuren & machines als onderpand dienen. Hierbij geldt: hoe beter het onderpand, hoe beter de financieringsvoorwaarden.
Off-balance financiering is financiering die niet op de balans verschijnt. Deze financiering heeft dus geen directe invloed op de rentabiliteit & solvabiliteit van de onderneming. Daardoor kunnen deze ratio’s optisch beter zijn. Denk bij off-balance financiering aan: leasen van vaste activa, factoring en consignatievoorraad (voorraad bij jou dat het eigendom is van je leverancier).
Een onderhandse lening is een lening zonder bank of kredietverstrekker. Je leent daarentegen geld van familie of vrienden.
Een participatiemaatschappij beheert het vermogen van institutionele beleggers & beleggingsfondsen. Dit doet zij in een fonds van miljoenen euro’s met een looptijd van ongeveer 10 jaar. Vanuit dat fonds investeert de participatiemaatschappij met geld en kennis in kansrijke bedrijven. Om deze MKB-bedrijven groter & sterker te maken.
Een private debt fonds is een lening voor groeiende MKB’ers vanaf €250.000. Bij private debt gaat het om niet-beursgenoteerde leningen die buiten de bank worden verstrekt aan bedrijven. Denk aan kapitaalverstrekkers als institutionele partijen & beleggingsfondsen.
Private equity betekent privévermogen. Het gaat hierbij om investeerders die niet-beursgenoteerde bedrijven financieren door aandelen te kopen. Bij private equity gaat het vooral om grote investeringsmaatschappijen.
Een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) is een onderneming met publieke aandeelhouders, die de regionale en lokale economie & werkgelegenheid versterkt. Daarom heeft elke provincie een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij. Een ROM is neutraal en heeft geen winstoogmerk.
Een rekening-courant is een betaalrekening van de bv. Hierop boek je bedragen tussen jou en je bv. Jaarlijks mag je tot €17.500 rood staan op de rekening-courant, zonder hierover rente te betalen. Is het bedrag ergens in het jaar hoger geweest? Dan moet er over het hele bedrag rente betaald worden.
Een rekening-courant krediet is een kortlopende lening, waarbij je rood mag staan op een betaalrekening. Vaak wordt een rekening-courant krediet voor zakelijke doeleinden afgesloten bij de bank. Zij geeft een limiet waarbinnen je geld kunt opnemen, ontvangen & bijstorten.
Seed capital is het eerste geld dat een investeerder in een start-up of starter steekt. Hiermee kan de starter zijn eerste bedrijfsactiviteiten financieren. Het voordeel van seed capital is dat de overheid het bedrag van de investeerder verdubbelt om innovatieve ondernemingen te steunen.
Een seedfonds is een fonds speciaal gericht op innovatieve starters (0-5 jaar). Het Ministerie van Economische Zaken en klimaat brengt de helft van het kapitaal in en private investeerders de andere helft. Dit doet de overheid om deze maatschappijen te stimuleren om te investeren in jonge, risicovolle bedrijven.
De betekenis van stapelfinanciering is het combineren van meerdere financieringsvormen om de hele behoefte te vervullen. Dit heet ook wel een financieringsmix. Hierbij zijn tal van combinaties mogelijk van zowel bancaire als alternatieve financiering. Denk bijvoorbeeld aan een combinatie van een krediet, lease & factoring.
Supply chain finance, ook wel ketenfinanciering, is een verzamelnaam van allerlei financieringen tussen ondernemingen in de keten. Het doel is het verbeteren van de financiële positie van alle bedrijven in de keten, kostenverlaging, spreiding van risico’s en het creëren van waarde.
Venture capital heet ook wel durfkapitaal. Het is geld dat een investeerder stopt in een startend bedrijf. Deze investering is risicodragend ten opzichte van een investering in een bedrijf dat al omzet draait. Echter kunnen zij daarmee ook een hoog rendement behalen.
Een venture capital fonds is een investeringsfonds dat risicovolle investeringen doet in startende, innovatieve bedrijven. Het risico voor dit fonds is hoog, omdat het bedrijf nog geen omzet draait. Echter, kan een fonds hiermee ook een hoog rendement behalen.
Met voorfinanciering schiet je zelf een bedrag voor, terwijl je het geld daarvoor pas later ontvangt. Denk aan het afdragen van btw, investeringen voor een project, of het betalen van je uitzendkrachten. Factoring wordt ook wel eens een voorfinanciering genoemd. Omdat het factoringbedrijf jouw facturen alvast betaalt. En zij vervolgens wacht op de betaling van je klant.
Voorraadbeheer is het beheren van in- en uitgaande producten in jouw bedrijf of die van een klant. Hiermee krijg je inzicht in je voorraden. Bij een goed voorraadbeheer heb je voldoende producten op voorraad. En houd je de opslagkosten & inkoopkosten tegelijkertijd zo laag mogelijk. Om continu inzicht te hebben in voorraad gebruik je een voorraadbeheersysteem.
Voorraadfinanciering is een financiering waarbij je geld ontvangt om voorraad mee aan te leggen. Dit kan in de vorm van een zakelijk krediet voor de lange termijn. Of in de vorm van een zakelijke lening voor de korte termijn. Het bedrag dat je ontvangt is vaak gelijk aan de inkoopwaarde of iets lager.
Met een werkkapitaalfinanciering ontvang je een geldbedrag om aan je dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen. Denk aan salaris betalen, voorraden inkopen en leveranciers betalen. Het ontvangen bedrag moet je terugbetalen met aanvullende kosten. Er zijn verschillende vormen van werkkapitaalfinanciering. Denk aan een zakelijk krediet, factoring of herfinanciering.
Een zakelijk krediet, ook wel bedrijfskrediet, is een geldbedrag dat de bank voor je klaarzet. Je kunt er tot de limiet geld van opnemen als je dat nodig hebt. Daarbij bepaal je zelf wanneer en hoeveel je opneemt. Je betaalt alleen rente over het bedrag dat je opneemt. Wil je hiervoor in aanmerking komen? Dan doet de bank een uitgebreide creditcheck om de resultaten en risico’s van jouw onderneming in kaart te brengen.
Zakelijk overbruggingskrediet is een zakelijke lening om een korte periode te overbruggen. Je moet het bedrag dat je ontvangt dus weer terugbetalen. Dit voorschot zorgt dat je tijdens deze periode voldoende geld in kas hebt om jouw onderneming draaiende te houden. Een zakelijk overbruggingskrediet komt bijvoorbeeld van pas als je te maken hebt met seizoensinvloeden.
Zekerheden zijn onderpanden die je inbrengt bij het verkrijgen van een financiering. De financier kan deze zekerheden opeisen als je financiële afspraken niet nakomt. Er zijn twee soorten zekerheden: persoonlijke zekerheden & zakelijke zekerheden. Denk bij persoonlijke zekerheden aan hoofdelijke aansprakelijkheid, borgstelling en garantstelling. Denk bij zakelijke zekerheden aan een bedrijfspand of pandrecht op inventaris, voorraad of vorderingen.
Financiële ratio's & formules
Activa zijn bezittingen van een onderneming (debet). Deze staan aan de linkerkant van de balans. Activa bestaan uit vastgelegd en beschikbaar geld (vaste en vlottende activa) dat je actief inzet voor de bedrijfsvoering. Vaste activa blijven langer dan een jaar in het bedrijf. Vlottende activa blijven korter dan een jaar in het bedrijf. Denk bij vaste activa aan gebouwen, machines, en patenten. Denk bij vlottende activa aan voorraden, debiteuren en liquide middelen.
Een balans is een momentopname die de financiële situatie van je bedrijf weergeeft. Deze balans bestaat uit twee kanten: de activa & passiva. Activa zijn de bezittingen van een onderneming (debet), deze staan links op de balans. Passiva zijn de schulden van een onderneming (credit), deze staan rechts op de balans. Denk bij activa aan gebouwen, machines en liquide middelen. En denk bij passiva aan het eigen vermogen en lang- en kortlopende schulden. De balans is altijd in evenwicht en onderdeel van de jaarrekening.
De brutowinstmarge is het percentage van de omzet dat overblijft als alle inkopen zijn betaald. Oftewel: de winst die je maakt uit de opbrengsten, zonder daar andere kosten vanaf te halen. De brutowinstmarge berekenen kan met de volgende formule:
Brutowinstmarge = (omzet – kostprijs producten) / totale omzet x 100%
Het bruto werkkapitaal berekenen kan met de volgende formule:
Bruto werkkapitaal = vlottende activa
De vlottende activa bestaan uit voorraden, debiteuren & liquide middelen.
De cashflow, ook wel kasstroom van een onderneming, is het verschil in ontvangsten en uitgaven op een zakelijke rekening per kwartaal, maand, week of dag. Cashflow berekenen kan met de volgende formule:
Cashflow = inkomende geldstroom – uitgaande geldstroom
Bij een positieve cashflow komt er meer geld binnen dan eruit gaat. Bij een negatieve cashflow is dit andersom.
Het consumentenvertrouwen is het vertrouwen en de opvattingen die consumenten hebben in de ontwikkelingen van de Nederlandse economie en hun eigen financiële situatie. Dit gebeurt over een periode van de afgelopen 12 maanden, het nu, en de komende 12 maanden. Het percentage pessimisten wordt van het percentage optimisten afgehaald om het consumentenvertrouwen te berekenen.
De current ratio is een financieel kengetal dat inzicht geeft in de liquiditeit van een bedrijf. Oftewel in welke mate een bedrijf aan zijn kortlopende verplichtingen kan voldoen. Het verschil met de quick ratio is dat de current ratio ook voorraden meeneemt.
De current ratio berekenen kan met de volgende formule:
Current ratio = vlottende activa / kort vreemd vermogen
Een current ratio van > 1.5 is goed. Bij een current ratio die lager is dan 1 heb je meer schulden dan voorraad en financiële middelen.
Bij deflatie wordt geld meer waard, omdat de prijzen dalen. Daardoor neemt de koopkracht van consumenten toe: zij kunnen voor hetzelfde geld meer producten en diensten kopen. Deflatie komt bijvoorbeeld door een lage vraag of daling in het consumentenvertrouwen. Deflatie komt maar weinig voor en is het tegenovergestelde van inflatie.
De dept ratio laat de verhouding zien tussen het vreemd vermogen en totale vermogen van de onderneming. Het is een maatstaf voor de solvabiliteit van de organisatie. Bij een dept ratio tot 80% krijgen investeerders vertrouwen om vreemd vermogen te verschaffen.
De dept ratio berekenen kan met de volgende formule:
Debt ratio = Vreemd vermogen / totaal vermogen x 100%
Een debt ratio lager dan 80% is goed, ook voor geldverstrekkers. Wel hangt een goed percentage ook af van de situatie.
De Gouden Balansregel is een methode om de financieringsstructuur van ondernemingen te meten, waarbij de looptijd van de bezittingen gelijk moet zijn aan de looptijd van het vermogen. Dit betekent dat je vlottende activa moet financieren met kort vreemd vermogen. En vaste activa met langlopend vermogen. Denk aan: eigen vermogen, voorzieningen en lang vreemd vermogen. Wil je testen of je financieringsstructuur voldoet aan de Gouden Balansregel? Gebruik dan de volgende formule:
Gouden Balansregel-ratio = vaste activa / (eigen vermogen + voorzieningen + lang vreemd vermogen)
Er is een goede financieringsstructuur bij een ratio tussen de 0.5 en 0.8.
De DSCR is de Debt Service Coverage Ratio, ook wel financiële verplichtingen dekkingsgraad. Dit is een indicator voor de betalingscapaciteit van het bedrijf in verhouding tot de financiële verplichtingen. Oftewel: heeft een onderneming genoeg geld om zijn schulden af te betalen? De formule voor DSCR is:
DSCR = betalingscapaciteit : financiële verplichtingen
De betalingscapaciteit bestaat uit de middelen om aan financiële verplichtingen te voldoen. Financiële verplichtingen zijn rente & aflossingen. Een DSCR groter dan 1.2 is goed. Het bedrijf heeft dan (ruim) voldoende inkomsten om schulden af te betalen. Financiers kijken graag naar de DSCR.
Days Sales Outstanding (DSO) is het gemiddeld aantal dagen dat een bedrijf wacht op de betaling van een factuur. De DSO wordt berekend vanaf het moment dat de factuur naar de debiteur wordt verzonden tot het ontvangen van de betaling. De DSO-ratio heeft een grote invloed op de cashflow van een bedrijf en is hét meetinstrument bij debiteurenbeheer.
DSO berekenen kan per maand of per jaar. Onderstaand vind je beide formules:
-
De DSO formule over een maand:
Days Sales Outstanding (DSO) = (openstaande bedrag aan facturen eind maand/maandomzet) x 30 dagen
-
De DSO formule over een jaar:
Days Sales Outstanding (DSO) = (openstaande bedrag aan facturen eind jaar/jaaromzet) x 365 dagen
De DSO-ratio (Days Sales Outstanding ratio) is het gemiddeld aantal dagen dat de facturen open staan. De DSO wordt berekend vanaf het moment dat de factuur naar de debiteur wordt verzonden tot het ontvangen van de betaling. De DSO-ratio heeft een grote invloed op de cashflow van een bedrijf en is hét meetinstrument bij debiteurenbeheer.
Dynamische liquiditeit is hoeveel inkomende geldstromen er in een bepaalde periode zijn ten opzichte van uitgaande geldstromen. Je berekent de dynamische liquiditeit voor de toekomst met een liquiditeitsbegroting. Deze vergelijkt beide cijfers met elkaar om te kijken of er aan je betalingsverplichting voldaan kan worden.
De D/E: Debt Ebitda is een maatstaf die bepaalt of een bedrijf overgefinancierd is. Het is de hoeveelheid rentedragende schuld (debt) ten opzichte van het cash genererend vermogen (Ebitda). Dit laat zien of inkomsten in verhouding staan tot de lening die je bent aangegaan. Is de D/E groter dan 3? Dan heeft een bedrijf (te) veel rentedragende schulden. Financiers kijken graag naar de Debt Ebitda.
EBITDA is een maatstaf voor de winst die je bedrijf uit operationele activiteiten haalt, terwijl de kosten & opbrengsten van de financiering daar niet in zijn verwerkt. EBITDA staat voor de winst, voordat je rente, belastingen, afschrijving & waardevermindering daar vanaf trekt. Het laat zien in welke mate een bedrijf cash genereert. Financiers kijken graag naar de EBITDA.
Het eigen vermogen bestaat uit alle bezittingen min de schulden van een bedrijf. Het is kapitaal dat direct beschikbaar is en bij het bedrijf hoort. Je vindt het eigen vermogen rechts op de balans (credit). Het eigen vermogen vormt samen met de schulden de passiva op de balans.
Een exploitatiebegroting geeft inzicht in hoe een bedrijf er financieel voorstaat over een bepaalde periode. Je telt alle opbrengsten bij elkaar op en haalt alle kosten daar vanaf. Samen met de balans vormt de exploitatiebegroting de jaarrekening. Deze exploitatiebegroting heet ook wel winst- en verliesrekening, resultatenrekening of exploitatierekening.
Een exploitatierekening geeft inzicht in hoe een bedrijf er financieel voorstaat over een bepaalde periode. Je telt alle opbrengsten bij elkaar op en haalt alle kosten daar vanaf. Samen met de balans vormt de exploitatierekening de jaarrekening. Deze exploitatierekening heet ook wel winst- en verliesrekening, exploitatiebegroting of resultatenrekening.
Met een factoring calculator bereken je de factoring kosten voor je bedrijf. De kosten voor American factoring zijn een percentage tussen de 1-6% van het factuurbedrag. Dit percentage wordt per factuur ingehouden bij de directe betaling. Traditionele factoring hanteert een andere kostenstructuur op basis van meerdere provisies, doordat je je héle debiteurenportefeuille verpandt. Dankzij de factoring calculator weet je dus welk bedrag onderaan de streep overblijft.
De financiële verplichtingen dekkingsgraad heet ook wel de Debt Service Coverage Ratio. Dit is een indicator voor de betalingscapaciteit van het bedrijf in verhouding tot de financiële verplichtingen. Oftewel: heeft je bedrijf genoeg geld om schulden af te betalen? De formule voor is:
Financiële verplichtingen dekkingsgraad = betalingscapaciteit : financiële verplichtingen
De betalingscapaciteit bestaat uit de middelen om aan je financiële verplichtingen te voldoen. De financiële verplichtingen zijn rente & aflossingen. Een uitkomst groter dan 1.2 is goed. Je bedrijf heeft (ruim) voldoende inkomsten om schulden af te betalen. Financiers kijken graag naar deze ratio.
In de financieringsbegroting staat hoe bedrijfsmiddelen en andere investeringen gefinancierd worden. Dit kan met eigen vermogen en/of vreemd vermogen. Om dit te bepalen doorloop je 3 stappen:
-
Je berekent het eigen vermogen
-
Je berekent het vreemd vermogen
-
Je berekent de solvabiliteit
De financieringsbegroting is onderdeel van het financiële plan.
De Interest Coverage Ratio (ICR), ook wel rentedekkingsratio, is een maatstaf voor hoeveel de nettowinst kan terugvallen, terwijl het bedrijf financieel gezond blijft. De ICR berekenen kan door het bedrijfsresultaat te delen door de rentelasten. Bij 3 of meer is de ICR goed. Het bedrijf is dan namelijk minder rentegevoelig.
Bij inflatie wordt geld minder waard, omdat prijzen stijgen. Daardoor daalt de koopkracht van consumenten: zij kunnen voor hetzelfde geld minder producten en diensten kopen. Inflatie komt bijvoorbeeld door stijgende grondstoffen, productiekosten en een hoge vraag. Inflatie <2% is gunstig voor de economie. Het zorgt dat consumenten producten kopen, want bij uitstel moeten zij meer gaan betalen voor hetzelfde product. Inflatie is het tegenovergestelde van deflatie.
In de investeringsbegroting staat welke bedrijfsmiddelen de komende 1-3 jaar nodig zijn. En welke uitgaven daarvoor nodig zijn. Om dit te bepalen doorloop je 3 stappen:
-
Bepaal welke vaste activa je hebt en wil
-
Bepaal welke vlottende activa je hebt en wil
-
Vraag offertes op voor grote investeringen
De investeringsbegroting is onderdeel van het financiële plan.
Een jaarrekening is een overzicht van de financiële situatie van een bedrijf over het afgelopen boekjaar. Deze jaarrekening bestaat uit de balans, een winst- en verliesrekening, en een toelichting. Elk bedrijf is verplicht om een jaarrekening te maken en ieder jaar naar de Kamer van Koophandel te sturen. Vaak maakt de accountant of boekhouder de jaarrekening. Je mag dit ook zelf doen, mits je voldoet aan de gestelde eisen door de overheid. Bij (middel)grote bedrijven is de informatie die erin staat uitgebreider dan bij kleine bedrijven. Zij hebben daarom wel verplicht goedkeuring nodig van een accountant.
Koopkracht is hoeveel een huishouden gemiddeld kan kopen. Het Centraal Planbureau stelt de koopkracht vast met de inflatie, het inkomen en belastingen. Daarbij focust zij vooral op de verandering: hoeveel kunnen huishoudens volgend jaar meer of minder kopen dan dit jaar? De regering kijkt jaarlijks naar de koopkracht en past haar beleid hierop aan.
Bij koopkrachtverlies kunnen huishoudens gemiddeld minder kopen dan voorheen. Koopkrachtverlies ontstaat wanneer inflatie en lasten meer stijgen dan het inkomen.
Het kort vreemd vermogen bestaat uit alle schulden van een bedrijf met een looptijd korter dan 1 jaar. Er is dus een (financiële) verplichting aan een ander, die je op korte termijn moet voldoen. Het kort vreemd vermogen staat aan de rechterkant van de balans bij passiva. Voorbeelden van kort vreemd vermogen zijn: rekening-courant krediet, crediteuren, vooruit ontvangen bedragen en te betalen btw.
Het lang vreemd vermogen bestaat uit alle schulden van een bedrijf met een looptijd langer dan 1 jaar. Er is dus een (financiële) verplichting aan een ander, die je op lange termijn moet voldoen. Het lang vreemd vermogen staat aan de rechterkant van de balans bij passiva. Voorbeelden van lang vreemd vermogen zijn: een hypotheek & onderhandse lening.
Liquide middelen zijn al het geld dat een onderneming beschikbaar heeft. Bijvoorbeeld op een bankrekening of in de kas. Liquide betekent letterlijk vloeibaar. Betaalt iemand jou? Dan nemen de liquide middelen toe. Betaal jij iemand anders? Dan nemen de liquide middelen af. Liquide middelen staan aan de linkerkant van de balans en vallen onder de vlottende activa.
Liquiditeit is de mate waarin een bedrijf aan zijn kortlopende verplichtingen kan voldoen. Het gaat hierbij om kortlopende schulden van maximaal 1 jaar (kort vreemd vermogen). Denk aan rekening-courant krediet en openstaande rekeningen. Lukt dit? Dan is een bedrijf liquide. Lukt dit niet? Dan is een bedrijf illiquide.
Je kunt de liquiditeit berekenen met de current ratio (met voorraden), quick ratio (zonder voorraden) of het nettowinstkapitaal.
-
Formule current ratio = (Vlottende activa + liquide middelen) / kort vreemd vermogen
Een current ratio van 1.5 of hoger is goed. Is de current ratio lager dan 1? Dan zijn er liquiditeitsproblemen.
-
Formule quick ratio = (Vlottende activa + liquide middelen – voorraden) / kort vreemd vermogen
Een quick ratio van 1 of hoger is goed. Is de quick ratio lager dan 1? Dan zijn er liquiditeitsproblemen.
-
Formule nettowinstkapitaal = vlottende activa + liquide middelen – kort vreemd vermogen
Een positieve nettowinstkapitaal is goed.
Een liquiditeitsbegroting is een overzicht met verwachte inkomsten & uitgaven van je onderneming per maand of kwartaal. Zo weet je of je bedrijf genoeg geld heeft voor alle kortlopende betalingsverplichtingen. Denk aan salaris, huur & inkoop. De liquiditeitsbegroting is onderdeel van een financieel plan.
De liquiditeitspositie is een momentopname of je onderneming in staat is om aan zijn kortetermijnverplichtingen te voldoen. Het gaat hierbij dus om het nu. Een liquiditeitsprognose bepaalt of je in de nabije toekomst aan kortlopende verplichtingen kunt voldoen.
Er is sprake van liquiditeitsproblemen als een bedrijf niet kan voldoen aan zijn kortlopende financiële verplichtingen. Het gaat hierbij om kortlopende schulden van maximaal 1 jaar (kort vreemd vermogen). Je bedrijf is dan ook wel illiquide.
Een liquiditeitsprognose is een voorspelling of je onderneming in de nabije toekomst aan zijn kortlopende verplichtingen kan voldoen. Je maakt daarvoor een overzicht van alle toekomstige verwachte inkomsten & uitgaven over een bepaalde tijd (beginsaldo + inkomsten – uitgaven). Zo ontdek je hoeveel geld er direct ter beschikking is.
Bij een liquiditeitstekort zijn er onvoldoende middelen om aan de kortlopende financiële verplichtingen te voldoen. Je bankrekening en kas zijn dus te leeg om rekeningen te betalen.
Direct financiële slagkracht krijgen? Ontdek factoring als cashflowversneller.
Een loon-prijsspiraal ontstaat als de loonkosten stijgen en werkgevers hun producten of diensten daarom duurder maken om winst te behouden. Werknemers eisen vervolgens weer hogere lonen, om hun koopkracht te behouden. Zo gaat deze cirkel van steeds duurder wordende producten/diensten & werknemers door. En kom je in een loon-prijsspiraal terecht.
Netto werkkapitaal formule = vlottende activa – kort vreemd vermogen
De vlottende activa bestaan uit voorraden, debiteuren & liquide middelen. Kort vreemd vermogen bestaat uit crediteuren & kortlopende schulden.
De omloopsnelheid crediteuren is hoe snel je de factuur van een crediteur betaalt. Hoe hoger deze ratio, hoe sneller de crediteur wordt betaald en hoe krapper de liquiditeit van het bedrijf. De formule omloopsnelheid crediteuren is:
Omloopsnelheid crediteuren = crediteuren / kostprijs van de omzet x 365 dagen
De omloopsnelheid debiteuren is hoe snel je de factuur van een debiteur betaalt. Hoe hoger de ratio, hoe sneller de debiteur betaalt en hoe beter de liquiditeit van je bedrijf. De formule omloopsnelheid debiteuren is:
Omloopsnelheid debiteuren = debiteuren / omzet x 365 dagen
De omloopsnelheid kapitaal is hoe efficiënt het bedrijfsvermogen wordt aangewend. Hoe hoger de omloopsnelheid, hoe efficiënter. De formule omloopsnelheid kapitaal is:
Omloopsnelheid kapitaal = bedrijfsopbrengsten : activa
De omloopsnelheid voorraad is hoeveel dagen producten gemiddeld op voorraad liggen. Hoe lager het aantal dagen, hoe sneller voorraad verkoopt en hoe beter de liquiditeit van je bedrijf. Ook verlaagt het de opslagkosten. De formule omloopsnelheid voorraden is:
Omloopsnelheid voorraden = voorraad / kostprijs van omzet x 365 dagen
Passiva zijn schulden van een onderneming (credit). Deze staan aan de rechterkant van de balans. Passiva bestaan uit de middelen, waarmee de activa gefinancierd zijn. Denk aan het eigen vermogen en kort- en langlopende schulden.
De quick ratio is een financieel kengetal dat inzicht geeft in de liquiditeit van een bedrijf. Oftewel in welke mate een bedrijf aan zijn kortlopende verplichtingen kan voldoen. Het verschil met de current ratio is dat de quick ratio voorraden niet meeneemt. Deze rekenmethode is vooral interessant als je bedrijf veel voorraad heeft met een lage omloopsnelheid.
De quick ratio berekenen kan met de volgende formule:
Quick ratio = vlottende activa - voorraden / kort vreemd vermogen
Een quick ratio van > 1 is goed. Dit betekent dat je kortlopende schulden kunt voldoen met liquide middelen en hiervoor niet afhankelijk bent van voorraden.
Rentabiliteit is hoeveel winst een onderneming per geïnvesteerde euro heeft gemaakt. Aandeelhouders kijken graag naar de rentabiliteit, omdat de winst op lange termijn genoeg moet zijn om zo uitkeringen & dividend te kunnen voldoen. Je kunt de rentabiliteit berekenen over het eigen vermogen, vreemd vermogen en totale vermogen.
De rentabiliteit op het eigen vermogen (REV) is de verhouding tussen de nettowinst & het eigen vermogen. Aandeelhouders gebruiken dit als indicator voor het rendement dat zij hebben verdiend op hun investering.
De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) berekenen kan met de volgende formule:
REV = Nettowinst / geïnvesteerd eigen vermogen x 100%
De nettowinst is de winst zonder rente en belasting. Een REV tussen de 5% en 15% is goed. Hoe hoger het percentage, hoe lager het risico voor kredietverstrekkers. Let op: soms moet het inkomen van de ondernemer van de winst afgehaald worden.
De rentabiliteit op het totaal vermogen (RTV) is de verhouding tussen het resultaat van de bedrijfsvoering voor belasting én het totale vermogen. Oftewel: de verhouding tussen het inkomen en de benodigde investering. De RTV is een indicator voor de winstgevendheid van een onderneming.
De rentabiliteit van het totaal vermogen (RTV) berekenen kan met de volgende formule:
RTV = (Nettowinst + rente + belasting) / geïnvesteerd totaal vermogen x 100%
Een RTV van 5% tot 10% is goed. Echter hangt dit wel af van de branche, grootte en leeftijd van het bedrijf. Let op: soms moet het inkomen van de ondernemer van de winst afgehaald worden.
De rentabiliteit op het vreemd vermogen (RVV) is hoeveel rente je betaalt over investeringen of leningen. Dit laat zien hoeveel kosten je kwijt bent. En het laat de bank of investeerder zien welk rendement zij behaalt.
De rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) berekenen kan met de volgende formule:
RVV = rente / geïnvesteerd vreemd vermogen x 100%
Een RVV <10% is goed. Hoe lager dit percentage, hoe minder rente jij namelijk betaalt.
De rentedekkingsratio, ook wel Interest Coverage Ratio (ICR), is een maatstaf voor hoeveel de nettowinst kan terugvallen, terwijl het bedrijf financieel gezond blijft. De rentedekkingsratio berekenen kan door het bedrijfsresultaat te delen door de rentelasten. Bij 3 of meer is de ratio goed. Het bedrijf is dan namelijk minder rentegevoelig.
Een resultatenrekening geeft inzicht in hoe een bedrijf er financieel voorstaat over een bepaalde periode. Je telt alle opbrengsten bij elkaar op en haalt alle kosten daar vanaf. Samen met de balans vormt de resultatenrekening de jaarrekening. Deze resultatenrekening heet ook wel winst- en verliesrekening, exploitatiebegroting of exploitatierekening.
Solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming. Het maakt inzichtelijk of je op lange termijn schulden kunt voldoen. En in welke mate je bedrijf afhankelijk is van vreemd vermogen.
Solvabiliteit berekenen kan met de volgende formule:
Solvabiliteit = eigen vermogen / totale vermogen
Het eigen vermogen is het verschil tussen bezittingen en schulden (activa – passiva). Het totale vermogen bestaat uit alle passiva. In het algemeen is 25% of meer een gezonde solvabiliteit, maar dit verschilt wel per branche.
Een suppletie aangifte is een correctie op je aangifte omzetbelasting. Je doet dit bij een fout in de btw-aangifte die al is verstuurd, waardoor er dus te veel of te weinig btw is afgedragen. Je kunt deze suppletie doen op aangiftes tot 5 jaar terug.
Vaste activa zijn de bezittingen van een onderneming, die langer dan 1 jaar in het bedrijf blijven. Deze staan op de linkerzijde van de balans (debet). Vaste activa bestaan uit immateriële vaste activa, materiële vaste activa & financiële vaste activa. Immateriële activa zijn bezittingen die niet fysiek tastbaar zijn. Denk aan goodwill, merknamen & patenten. Materiële vaste activa zijn bezittingen die wel fysiek tastbaar zijn. Denk aan machines, gebouwen & apparatuur. Financiële vaste activa zijn deelnemingen in andere bedrijven, vorderingen & aandelen.
Vlottende activa zijn de bezittingen van een onderneming, die korter dan 1 jaar in het bedrijf blijven. Vlottende activa zijn dus relatief makkelijk om te zetten in geld. Deze staan op de linkerzijde van de balans (debet). Onder vlottende activa vallen voorraden, debiteuren & liquide middelen.
Het vreemd vermogen (VV) bestaat uit alle schulden van een bedrijf. Denk aan hypotheken en leningen. Het vreemd vermogen staat aan de rechterkant van de balans bij passiva (credit). Het vreemd vermogen bestaat uit kort vreemd vermogen: kortlopende schulden en lang vreemd vermogen: langlopende schulden.
De betekenis van werkkapitaal is het geld dat op korte termijn beschikbaar is om aan financiële verplichtingen te voldoen. Oftewel: het kapitaal dat na de inkomsten en uitgaven over blijft om mee te werken. Werkkapitaal hangt nauw samen met liquiditeit. Want met voldoende liquiditeit kan je met werkkapitaal aan je kortlopende verplichtingen voldoen. Denk hierbij aan het betalen van voorraden, energie, salaris, leveranciers of huur.
Heb je directe werkkapitaalbehoefte? Ontdek factoring als cashflowversneller.
Je kunt het bruto werkkapitaal berekenen of het netto werkkapitaal berekenen.
Bruto werkkapitaal formule
Bruto werkkapitaal = vlottende activa
Netto werkkapitaal formule
Netto werkkapitaal = vlottende activa – kort vreemd vermogen
De vlottende activa bestaan uit voorraden, debiteuren & liquide middelen. Kort vreemd vermogen bestaat uit crediteuren & kortlopende schulden.
Werkkapitaalbehoefte is behoefte aan geld voor een bedrijf om aan zijn dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen. Denk bij deze verplichtingen bijvoorbeeld aan het uitbetalen van leveranciers, het uitkeren van salaris en het aanvullen van voorraad.
Heb je directe werkkapitaalbehoefte? Ontdek factoring als cashflowversneller.
Een winst- en verliesrekening geeft inzicht in hoe een bedrijf er financieel voorstaat over een bepaalde periode. Je telt alle opbrengsten bij elkaar op en haalt alle kosten daar vanaf. Samen met de balans vormt de winst- en verliesrekening de jaarrekening. Deze winst- en verliesrekening heet ook wel resultatenrekening, exploitatiebegroting of exploitatierekening.
Svea's Google reviews
Schakel met Svea, en door!
Over onze factoringmaatschappij
Reken op Svea
Factoringbedrijf Svea Finans is onderdeel van de Zweedse Svea group. Onze naam ‘Svea’ is het nationale symbool van Zweden, afgebeeld als krachtige krijgster met zwaard, schild en leeuw. Zij staat voor onze betrouwbare slagkracht. Want op Svea kan je rekenen!